Welke gegevens worden gebruikt
Met een object bedoelen we een woning of een bedrijfspand waarvoor we de WOZ-waarde moeten bepalen. De kenmerken van een object zijn de basis voor een WOZ-waarde. In de WOZ onderscheiden we twee soorten objectkenmerken, namelijk primaire en secundaire objectkenmerken.
Primaire objectkenmerken
- De grootte (gebruiksoppervlakte, perceelgrootte).
- Het bouwjaar.
- Het adres en de buurt.
- Het type object ((vrijstaande) woning of appartement).
- Welke en hoeveel bijgebouwen zijn er (bijvoorbeeld een garage, tuinhuis, dakkapel of balkon).
Deze primaire objectkenmerken halen we voor een groot deel uit de basisregistraties. Een basisregistratie is een registratie waar gegevens over een object of een persoon in staan. De overheid gebruikt deze gegevens bij het uitvoeren van haar taken.
We gebruiken deze basisregistraties:
- BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen): voor het bekijken van adressen, huisnummers, bouwjaren en de gebruiksoppervlakten van de woning.
- BRK (Basisregistratie Kadaster): om te kijken hoe groot een perceel is en wie welk perceel in eigendom heeft.
- BRP (Basisregistratie Personen: om te kijken wie de gebruiker van een woning is.
- NHR (Basisregistratie Handelsregister KvK): om te kijken wie de gebruiker van een bedrijfspand is.
De WOZ is zelf ook een basisregistratie. Dat betekent dat andere overheidsorganisaties (zoals Belastingdienst en Waterschappen) gegevens uit deze registratie kunnen gebruiken.
Alle basisregistraties samen vormen een stelsel. Dat betekent dat de registraties aan elkaar gekoppeld zijn. Als er iets verandert in de ene registratie, komt daarvan een melding bij de andere registratie. In die registratie kunnen de gegevens dan gewijzigd worden. Zo staan in alle registraties dezelfde en juiste gegevens.
Secundaire objectkenmerken
Secundaire objectkenmerken bevatten een oordeel over het WOZ-object of de omgeving. Deze noemen we de KOUDVL-factoren:
- (K) Kwaliteit van het object.
- (O) Staat van onderhoud van het object.
- (U) Uitstraling van het object.
- (D) Doelmatigheid van het object.
- (V) Voorzieningenniveau van het object.
- (L) Ligging van het object.
Om te controleren of de secundaire objectkenmerken van een woning kloppen, gebruiken we openbare bronnen. We bekijken advertenties van woningen die te koop staan op bijvoorbeeld Funda. We vragen informatie op via diverse inlichtingenformulieren, bijvoorbeeld een voormelding. Ook wordt gebruik gemaakt van streetsmart, (lucht)foto’s, obliekfoto’s en de plaatselijke kennis van de taxateurs. En daarnaast heeft de medewerker van Meerinzicht de mogelijkheid om een adres te bezoeken.
Hoe worden objectgegevens bijgehouden
Basisregistraties
We hebben binnen Meerinzicht een team van gegevensbeheerders. Dit team kijkt of de gegevens in onze WOZ-administratie hetzelfde zijn als de gegevens in de basisregistraties. Is er iets niet hetzelfde? Dan zoeken we uit welke informatie juist is. Dit registreren we in de WOZ-administratie. Ook geven we dit door aan degene die verantwoordelijk is voor de basisregistratie als er iets niet klopt. Degene die verantwoordelijk is voor de basisadministratie is de bronhouder. De bronhouder past onze terugmelding in de basisregistratie aan.
Bronhouders van andere basisregistraties zijn ook verantwoordelijk om terugmeldingen aan ons te doen. Een gemeente (bronhouder van onder andere de BAG) moet ons doorgeven als er een bouwvergunning is verleend. We zorgen dat in onze WOZ-administratie de juiste objectkenmerken van de woning staan. Op deze manier gebruiken we de actuele gegevens voor het onderzoeken van de WOZ-waarde.
Overige bronnen
Mutatiesignalering
Elk jaar maken we luchtfoto's. Deze foto’s vergelijken we met de foto van het jaar ervoor. We kijken of iets veranderd is aan een gebouwen. Zo zien we bijvoorbeeld of een schuur gesloopt is of dat er een dakkapel geplaatst is. Dit proces heet mutatiesignalering. Op deze manier zorgen we ervoor dat onze WOZ-administratie klopt.
Gebruiksoppervlakte
De grondslag voor de WOZ-taxaties van woningen is het gebruiksoppervlak volgens de meetinstructie gebruiksoppervlakte woningen. Van alle woningen van onze gemeenten is het gebruiksoppervlak bepaald. Daarvoor is gebruik gemaakt van 3D-modellen van de Algemene Hoogtekaart Nederland, GIS systemen en bouwtekeningen.
Woningbouwverenigingen
We gebruiken voor woningen van een woningbouwvereniging controle protocollen. Deze protocollen zijn gemaakt volgens de regels van de Waarderingskamer(Verwijst naar een externe website). De Waarderingskamer verwacht dat we onze gegevens controleren. En dat onze gegevens overeenkomen met die van andere basisregistraties.